Kamerlid pleit voor een sociaal-juridische huisarts
SP-Kamerlid Michiel van Nispen vindt dat burgers op een laagdrempelige manier terecht moeten kunnen bij wat hij een ‘sociaal-juridische huisarts’ noemt. Niet echt een huisarts natuurlijk, en ook geen poh’er maar iemand met een juridische achtergrond. Maar samenwerking, of vestiging in een gezondheidscentrum, is zeker wel een optie.
Een sociaal-juridische huisarts. Zo’n term trekt de aandacht. Michiel van Nispen, Tweede Kamerlid voor de SP heeft die slim gekozen voor het voorstel dat hij in de Tweede Kamer heeft gebracht en dat hij inmiddels tot een initiatiefnota heeft uitgewerkt, want iedereen kan zich er meteen iets bij voorstellen. “Ik denk dat het een term is die tot de verbeelding spreekt”, zegt hij erover. “Net als de huisarts een generalist, de eerste bij wie je aanklopt als je een vraag hebt waarvan je niet zo goed weet wat je ermee aan moet. Als het om een zorgvraag gaat, is het in Nederland goed geregeld. Dan is je eerste aanspreekpunt de huisarts. Die kan je voor veruit de meeste zorgvragen zelf helpen, en als dat niet het geval is, weet hij naar welke specialist hij je moet verwijzen.”
Die sociaal-juridische huisarts is niet echt een huisarts natuurlijk. “Ik gebruik die term om aan te duiden dat deze persoon net als de huisarts de eerste is tot wie je je kunt wenden”, legt Van Nispen uit. “Als je een brief van de overheid krijgt die je niet begrijpt bijvoorbeeld. Maar ook als sprake is van een burengeschil, een arbeidsrechtelijk geschil, een uitkeringsvraagstuk of een niet al te zware strafzaak. Maar ook problemen tussen burger en gemeente, over een bestemmingsplan bijvoorbeeld. En natuurlijk voor sociale problemen waar je als burger tegenaan kunt lopen. Een laagdrempelig eerste inlooppunt met vragen over zulke uiteenlopende onderwerpen. Natuurlijk is er de juridische wereld, maar die is zo versnipperd in ons land: het sociaal raadsleden, het juridisch loket, de sociaal advocaat…”
Landelijke aanpak
Natuurlijk is Van Nispen bekend met het feit dat huisartspraktijken kunnen voorzien in poh’ers, bij wie iemand met de meest uiteenlopende vragen terecht kan. “Alleen maar positief dat die mogelijkheid er is voor mensen”, zegt hij. “Het feit dat huisartspraktijken hierin investeren toont aan dat er behoefte aan is. Maar niet iedere huisartspraktijk zal zo’n poh’er hebben, en zeker niet een die mensen kan helpen met zulke specifieke vragen als waarop ik doel. Ik ben juist voorstander van een landelijke aanpak op dit gebied.”
En het juridisch loket van de gemeente dan? “Dat is natuurlijk ook een mooi initiatief”, zegt hij. “Maar het is zeker niet laagdrempelig. Er zijn dertig van zulke loketten in het hele land, dus voor veel mensen is er niet een in de nabijheid beschikbaar. Het kan dus niet iedereen helpen.”
Vanzelfsprekend moeten de initiatieven die er al zijn worden gekoesterd, voegt Van Nispen hieraan toe. “Daarom zie ik er zeker waarde in het in kaart brengen van sociaal-juridische dienstverlening voor de burger per regio en in het organiseren van samenwerking waar dit mogelijk is.”
Gericht verwijzen
Op de vraag of dit ook betekent dat een poh’er de sociaal-juridische huisarts zou kunnen zijn zoals Van Nispen die voor zich ziet, zegt hij: “De voorlopige gedachte zoals ik die in mijn initiatiefnota heb geformuleerd gaat uit van een afzonderlijke functie. Een sociaal advocaat, een sociaal raadslid, een juridisch loket. In ieder geval iemand met een juridische achtergrond. Natuurlijk kan een poh’er wel een rol spelen om iemand naar dit adres te verwijzen als het om vragen gaat die buiten haar eigen compentitiegebied vallen, bijvoorbeeld als het om schuldenproblematiek gaat. Het is niet de bedoeling dat de poh’er iemand de juridische doolhof in stuurt en dat kan door de versnipperde organisatie nu wel het geval zijn.”
Voor de locatie van wat Van Nispen het ‘huis van het recht’ noemt – hij gaat uit van driehonderd van zulke ‘huizen’ in het land – denkt hij bijvoorbeeld aan een bibliotheek of wijkcentrum. “Maar een gezondheidscentrum kan natuurlijk ook”, zegt hij desgevraagd. “Ik had dat niet primair op het oog maar waarom niet? In ieder geval geen overheidsgebouw zoals een gemeentehuis, want als het om problematiek gaat waarin de gemeente een rol speelt zal een burger dat als een hindernis ervaren. Het moet een neutrale en laagdrempelige plek zijn.”
Op naar het Kamerdebat
De initiatiefnota waarin Van Nispen zijn idee voor de sociaal-juridische huisarts heeft uitgewerkt, wordt positief ontvangen, stelt hij. “Het is een visiestuk over een veelzijdig en complex onderwerp”, vertelt hij. “Dat valt goed in de Kamer maar ook daarbuiten. Natuurlijk is er ook kritiek, bijvoorbeeld dat het erg ambitieus is. Maar dat zie ik zeker niet als een verwijt. Natuurlijk is het ambitieus, maar het is ook iets dat voor heel veel mensen waarde kan hebben.”
De kritiek heeft bijvoorbeeld betrekking op de nadruk die hij legt op een fysieke plek. “Natuurlijk zijn door de coronapandemie heel veel mensen gewend geraakt aan digitaal contact”, zegt hij. “Maar ik vind zo’n fysieke plek belangrijk, juist om het laagdrempelig te houden. Er moet ruimte zijn voor contact van mens tot mens.”
De planning is dat de Tweede Kamerfracties in maart schriftelijke inbreng kunnen bieden. Ook de minister voor rechtsbescherming, Franc Weerwind, is om een reactie gevraagd. “Het is belangrijk om te weten of mijn voorstel samenhangt of juist botst met de plannen die bij dat ministerie bestaan voor de hervorming van de rechtsbijstand”, zegt Van Nispen. “Ook naar zijn inbreng over mijn voorstel ben ik dus benieuwd, alle voorstellen voor aanscherping zijn welkom. Als ik die heb verwerkt, volgt het Kamerdebat erover.”
Auteur: Frank van Wijck